15-05-2011

De iconen veranderden niet omdat ze vereerd werden

Wel neemt de icoon ongewild de sfeer en de mode, het subtiele levensgevoel van de tijd mee. Ongewild, niet nadrukkelijk. Zo kunnen we ze bij benadering dateren. Blijft over als variabele de schilder, die maar heel weinig ruimte krijgt. Zelfs een oog, neus, mond, hand, wang wordt maar op één bepaalde manier geschilderd. Door perfect te leren schilderen, doet de schilder de heilige de meeste eer aan. En dat geeft ze een passende intensiteit. Omdat ze vereerd werden is er ook een materiaaltechnisch conservatisme.

03-05-2011

De nieuwe iconen in de najaarscusus 2011

.
De 7 nieuwe iconen in de najaarscusus 2011 zijn bekend. Er is overleg geweest met alle cursisten en uit een gros voorbeelden kwamen deze zes als meest favoriet naar voren.
Eenvoudige iconen eerst:
1. De Petrusicoon van Theofanes van de Deesisrij in het Stavronikitaklooster op Athos uit 1546. Deze is in 2008 al bij ons geschilderd.
2. De engel Gabriel met een wereldbol uit het Vatopediklooster. 14e eeuw.
3. De Maria Magdalena-icoon. Herkomst onduidelijk, wel 16e eeuw en Kretenzisch.
4. Christus Hogepriester, toegeschreven aan Andreas Ritzos, tweede helft 15e eeuw.
5. Deesis van Angelos, 15e eeuw.
6. De heilige Demetrius uit het Antivouniotissa-museum op Corfu. 16e eeuw.
7. De vrijdagmiddaggroep verzocht om een Balkanicoon. Het werd de Moeder Gods niet verwelkende Roos, uit Sofia. Stijl van Zuid-Oost Thracie, schilder Dimiter, 1703. Mogelijk willen meer mensen hem schilderen. Bekijk het voorbeeld op p.132 van Die Bulgarische Ikone van Paskaleva.
Dat is het en ik wens iedereen succes.
.