01-06-2010

Over azijn en wilde dieren

.
Het Griekse recept voor ons bindmiddel van het pigment is half eidooier, half azijn. Het water in de azijn verdunt de vettige eidooier tot een prettige smeerbaarheid, het zuur in de azijn beschermt de o zo lekkere eidooier tegen schimmel, bacterien en insecten. Maar niet tegen huisdieren en wilde dieren zoals zal blijken.
Bernard Frinking maakte tijdens de iconencursus op kasteel Hernen een Christusportret of een Mandylion, daarover lopen de meningen uiteen. Op een dag likte het hondje van de kasteelvrouw de icoon tot op de plank weg.
In Frankrijk had mijn zus een oude boerderij gekocht, een ruine. Ik ging ernaartoe, overdag schilderend in huis, inmiddels bewoonbaar .'s Nachts ging de Pantocratoricoon waar ik mee bezig was in een koffer mee naar de tent in het bos. Na een nacht waarin ik hem in het atelier aan een spijker had laten hangen, trof ik hem aan met, jawel, een ontbrekende zegenende hand. Wie van mijn huisgenoten ...!... dacht ik, en we waren maar met zijn vieren. Wie pakt nou een icoon zo ruw van de muur? Toen ik de muur beter bekeek zag ik een steen zover uitsteken, dat een diertje best bij de zegenende hand had gekund, pas geschilderd, ruim ei toegevoegd, mmm, lekker. De relmuizen (zevenslapers), die in het dak leefden hadden het gedaan. De gedachte aan symboliek vergoedde veel: de wilde dieren likken de hand van de Schepper.
.

.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten