De kunsthistoricus Gary Schwartz zei enkele weken geleden in OVT, zondagmorgen op Radio 1, het volgende: Kunst ontstaat in de meest verstedelijkte gebieden, het is een product van steden. Neem bijvoorbeeld De Nederlanden in de Gouden Eeuw, Vlaanderen, Florence, Athene.
Ik concludeer dat iconenkunst in de grote steden tot bloei kwam, en dat schreef ik al in het blog: Waren de eerste iconenschilders monniken? , waar staat: Hij (de schilder) gaat naar Constantinopel of naar Palestina.
Trouwens, zei hij, zodra De Nederlanden niet meer konden opboksen in kunst- en valutamarkten tegen Engeland en Frankrijk, richtten ze zich op "kleine specialiteiten" zoals de stillevens en de interieurs (Vermeer). Ik denk dat deze beweging, als die ook in het iconenschilderen kan worden vastgesteld, het ultieme bewijs zal leveren dat iconenkunst afhankelijk is van de beschikbaarheid van geld.
.
Posts tonen met het label icoon. Alle posts tonen
Posts tonen met het label icoon. Alle posts tonen
26-08-2010
12-05-2010
De wording van een icoon
.
De “didactische serie” met de wordingsgeschiedenis van de icoon die in Vianen wordt geĆ«xposeerd is het werk van Henk Schoonwater († 1998). Hij was de zoon van een huisschilder en hij begon in 1938 op primitieve wijze iconen uit een tijdschrift na te tekenen met pen en inkt. Uit armoede heeft hij nog iconen op papier moeten schilderen, dat dan op karton geplakt werd. In zijn tijd werd hij een toonaangevend figuur in iconenschilderkringen door exposities (meer dan 100) en lezingen. Hij verfijnde zijn techniek door als toehoorder lessen te volgen op de Arnhemse kunstacademie, maar als schilder was hij autodidact. Hij heeft dus geen leraar gehad. Hij was lid van de Byzantijnse gemeenschap in Nijmegen. In het dagelijks leven was hij restaurator van het Arnhems Gemeentemuseum.
.
De “didactische serie” met de wordingsgeschiedenis van de icoon die in Vianen wordt geĆ«xposeerd is het werk van Henk Schoonwater († 1998). Hij was de zoon van een huisschilder en hij begon in 1938 op primitieve wijze iconen uit een tijdschrift na te tekenen met pen en inkt. Uit armoede heeft hij nog iconen op papier moeten schilderen, dat dan op karton geplakt werd. In zijn tijd werd hij een toonaangevend figuur in iconenschilderkringen door exposities (meer dan 100) en lezingen. Hij verfijnde zijn techniek door als toehoorder lessen te volgen op de Arnhemse kunstacademie, maar als schilder was hij autodidact. Hij heeft dus geen leraar gehad. Hij was lid van de Byzantijnse gemeenschap in Nijmegen. In het dagelijks leven was hij restaurator van het Arnhems Gemeentemuseum.
.
Labels:
iconenplank,
icoon,
materialen en technieken,
procede
Abonneren op:
Posts (Atom)